Nadere analyse van de wagenparkstatistieken zoals die ons bereiken via RDC leert dat ons land nog geen achtduizend voertuigen telt met een 8x-asconfiguratie. Leggen we de opbouwdata erlangs dan ontstaat een interessant inzicht in de voorkeuren per doelgroep.
Het aantal aangedreven assen zegt veel over de beoogde toepassing van een truck. Zo telt ons land 412 vier-assers met all wheel drive. Deze 8×8’s zijn voor driekwart bouwvoertuigen. Opvallend: vier-assers met drie aangedreven assen zijn een stuk minder populair als bouwvoertuig. Slechts 69 van de 349 trucks in die configuratie staan te boek als bouwvoertuig. Dit zijn vooral kraanwagens en takeltrucks. Schrappen we de aandrijving op nog een as dan kantelt het beeld enigszins. Een kwart van de bijna vierduizend 8×4-trucks zijn bouwvoertuigen.
Vier-assers met een enkele aangedreven as zijn een stuk gevarieerder ten slotte. Er zijn er drieduizend, waarvan de kopgroep valt in de categorie ‘onbekende opbouw’. Dat zijn er bijna 900, terwijl de containercarriers goed zijn voor nog eens 738 stuks. Het segment ‘open/huif’ doet daar amper voor onder. Van de genoemde drieduizend zijn er zo’n honderd in trekker-configuratie. Ter referentie: op de bijna vierduizend 8×4-trucks zijn er bijna 500 trekkers, als 8×6 of 8×8 komen ze amper of niet voor.
Op merkniveau ontstaat een ranking die nogal afhankelijk is van asconfiguratie en opbouw.
Op merkniveau ontstaat een ranking die nogal afhankelijk is van asconfiguratie en opbouw. Nemen we als voorbeeld de bouwvoertuigen in 8×6 configuratie dan zien we Ginaf met 31 stuks als koploper in ons actieve park. Meer dan het dubbele van Volvo. MAN en Terberg steken Ginaf echter voorbij met respectievelijk zilver en goud in de 8×8-groep bouwvoertuigen. In de groep 8×4 zakt Ginaf nog een positie en staat het in de top zes tussen de grote merken MAN, DAF, Volvo, Mercedes en Scania.
In de groep 8×6-vrachtwagens zien we zoals gemeld verhoudingsgewijs vooral kraanwagens. Liebherr en Spierings hebben ieder een dik zestigtal op kenteken, de andere merken slechts een fractie ervan.
Containercarriers
Deze groep zien we vooral als 8×4 of 8×2. Die twee samen noteren zo’n 1600 stuks, onderling vrij evenwichtig verdeeld over beide configuraties. In 8×6-vorm zijn er 84 en als 8×8 nog maar 54. Schril contrast dus. Bij de 8×2’s is DAF zeer nipt voor op Scania, beide hebben iets meer dan 250 kentekens in de database. Volvo komt op 183 stuks, goed voor brons. MAN noteert er slechts twintig maar wel goed voor de vierde plek, evenveel als de nummers vijf en zes tezamen: Ginaf en Mercedes.
Hoe anders wordt de sortering voor de 8×4’s. MAN voert ineens de boventoon, met 184 stuks. Volvo schurkt tegen de 160 aan, DAF er enkele kentekens onder. Ginaf en Scania hebben er respectievelijk 136 en 103, de top vijf ermee completerend.
Voor onze analyse gebruiken we de RDC-data van het actieve wagenpark met bouwjaren sinds 1952. De bulk zit natuurlijk in de bouwjaren van deze eeuw. We zien 13.500 voertuigen met 8x-configuratie of een niet bekende. Van die groep is ruim de helft in handen van vlooteigenaren. Particulieren zijn goed voor drieduizend stuks, klein zakelijk nog eens tweeduizend stuks. Niet verrassend neemt het aantal exemplaren van vlooteigenaren en klein zakelijk dat een ouder bouwjaar heeft dan 2007 snel af. Dat zijn er nog maar 500 van de 7600. De particulier is vrij constant ongeacht het bouwjaar.
Als we onze focus verleggen naar de jongste bouwjaren, het tijdvak 2017-2021 (want dit jaar is nog niet voltooid), dan tekent zich een vrij constante verhouding af tussen de vier genoemde asconfiguraties en de bak onbekend. De groep 8×2 zit net als de bak overig/onbekend rond de 30 procent, 8×4 er vijf tot tien procentpunt boven. Opvallend is de ontwikkeling die 8×6 laat zien, van 1 tot 2 procent marktaandeel in 2017-2019 om vervolgens boven de vijf procent te stijgen (2020 en 2021). Het is het 8×8-segment dat het minst stabiel is, maar door de kleine aantallen zit je procentueel gezien gauw in hoge afwijkingen. Het marktaandeel schommelt van 2,6 procent (2017) via 4,6 procent (2019 naar 1,8 procent in 2021.