De rechtbank in Keulen heeft bepaald dat de kosten van de verkeerspolitie niet mochten worden meegerekend. De overheid moet daarom een deel van de Maut, met rente, terugbetalen.
De rechtszaak was aangespannen door een bedrijf dat het niet eens wat met de in rekening gebrachte kosten van de verkeerspolitie in de afrekening van de Maut. De aanklager eiste deze kosten terug voor de periode van 1 oktober 2016 tot 27 oktober 2020, inclusief rente. De rechtbank ging volledig mee in de eis en bepaalde dat de overheid het teveel aan berekende Maut moet worden terugbetaald.
Volgens de rechter handelde de Duitse overheid in strijd met EU-wetgeving door ook kosten voor de verkeerpolitie mee te rekenen in de Maut. De tol is volgens Europese regels namelijk alleen bedoeld voor kosten van infrastructuur. De kosten van de verkeerspolitie vallen hier niet onder, want die kunnen ook voor andere doeleinden zijn ingezet. Al eerder heeft de Hoge Administratieve Rechtbank in Duitsland hetzelfde oordeel geveld over de periode 2010-2011. Dit oordeel is nu dus ook overgenomen voor de jaren erna.
Of de uitspraak van de Keulse rechter de poort openzet naar meer eisen om Maut terug te vragen, is op dit moment niet bekend.