In de wetenschap dat het door hem gestarte opleidingsinstituut GOmotive in goede handen is, heeft Johan de Gooijer er nu formeel afscheid van genomen. Remy Steegers heeft zich in de afgelopen vier jaar opgewerkt om behalve de functie van technisch opleider ook de taken van Johan over te nemen.
Het is 2007 als Johan de Gooijer een lang gevoeld gemis in de markt wil aanpakken. Samen met Terence Otemann startte hij daarom GOmotive Automotive Training & Support. “Ons doel was direct duidelijk: goed onderwijs en trainingen bieden aan de nieuwe generatie bedrijfswagenmonteurs. Niet alleen de trucktechniek maar ook de mens achter deze monteur was voor ons van groot belang. En daarin is al die jaren niets veranderd. Sterker nog, met de overname door Explora vorig jaar hebben we juist onze continuïteit weten veilig te stellen.”
‘Relevant zijn en blijven, dat is altijd ons doel geweest door actuele apparatuur te hebben voor de studenten en moderne voertuigen om aan te werken.’
De 63-jarige oprichter zegt intussen nog geen andere plannen te hebben: “Ik blijf beschikbaar voor advies of om vragen te beantwoorden, mocht Remy daar behoefte aan hebben.” Remy Steegers heeft sinds 1 september al de functie van directeur omarmd en werkt momenteel aan het behalen van zijn tweedegraads bevoegdheid leraar mbo motorvoertuigentechniek. Sinds juli is het team verder versterkt met technisch trainer Markus Schlütter. De overname door Explora betekent bovendien dat er synergie is als het gaat om de overige taken, zoals personeelszaken of administratie.
Relevantie
Als particuliere opleiding zonder inkomsten vanuit subsidiepotjes staat of valt het succes van de onderneming met dat van de studenten. Men zou kunnen denken dat de overname door Explora betekent dat er nu met de nieuwste equipment gewerkt kan worden. Dat was echter voor de overname al het geval. “Relevant zijn en blijven, dat is altijd ons doel geweest”, vertelt Johan. “Door actuele apparatuur te hebben voor de studenten en moderne voertuigen om aan te werken.”
Tegelijk geeft Johan direct toe dat het steeds complexer wordt om die relevantie te vinden en vast te houden. “We krijgen altijd wel de vraag: ‘wat wordt het?’, waarbij gedoeld wordt op de aandrijving van de toekomst. Die vraag is lastig te beantwoorden en hangt van heel veel randfactoren af zoals het gebruik en het budget. De praktijk zal zijn dat de mix in de werkplaatsen steeds breder wordt. Het was vrijwel uitsluitend diesel en daar zijn LNG en CNG bijgekomen maar nooit echt doorgedrongen. Batterij-elektrisch en waterstof zullen beide hun rol spelen, al is die wel afhankelijk van de specifieke doelgroep. Feit is dat trainen steeds belangrijker is. Ook die meer mechanisch georiënteerde technicus zal de stap moeten maken, hoe lastig dat ook is voor sommigen.”
Andere invalshoek
Remy en Markus zien het in de klassen: “Lang niet iedereen haakt even snel aan. Dat is het voordeel van onze opzet, dan leggen we het gewoon nog een keer uit of laten het nog een keer zien of geven er een draai aan om een andere invalshoek te vinden.” In die zin zetten ze de koers zoals Johan die de jaren ervoor al uittekende gewoon voort. En toch verandert het ook. Johan heeft de invloed van mobiele telefoons en sociale media in zijn klassen zien toenemen. “En daar hebben we het einde nog niet van gezien, vrees ik.”
Remy herkent het beeld en schetst de realiteit van nu: “Ik zie soms studenten die fysieke symptomen vertonen als de mobiele telefoon even een uurtje genegeerd moet worden.” Johan valt bij: “En vergeet ook de psychische component niet. Tegenwoordig ben je als opleider meer tijd kwijt met psychologische begeleiding van de cursisten en persoonlijk maatwerk dan voorheen. Dat is geen waardeoordeel, maar een feitelijke constatering waar je wel wat mee moet als docent.”
Systeemdenken
Als het gaat om het opleiden zelf dan is één ding niet veranderd in al die tijd: de wens om systeemdenken over te brengen. “Het is direct ook de grootste opgave”, vertelt Markus. “Menigeen is geneigd om alleen symptomen te behandelen maar daarmee is de oorzaak niet weggenomen. Die oorzaak kan iets heel anders zijn dan wat de diagnosetester aangeeft.” Remy valt zijn collega bij: “Denk aan de melding van een NOx-sensor bijvoorbeeld. Die worden vaak onterecht vervangen, terwijl het probleem het verstopte filter is. We proberen ze dus verder te laten kijken dan het voor de hand liggende. Wat betekent die melding die je ziet en welke andere systemen raakt dat?”
Er is al veel gezegd over het tekort aan vers bloed in de werkplaatsen en ook in Duiven wordt dat gevoeld. “Ja, er wordt inmiddels beter betaald maar waardering is meer dan salaris alleen. Uiteindelijk moeten de nieuwe generaties gestimuleerd worden een praktisch in plaats van een theoretisch vak te willen omarmen”, zegt Remy. “En daar vervullen wij ook onze rol in. Mensen komen vanuit alle windrichtingen naar ons in Duiven om daar hun opleiding te volgen en rijden daarbij heel wat andere opleidingsinstituten voorbij. Dat doen ze omdat ze zelf goede ervaringen hebben opgedaan of die van anderen hebben gehoord. De alumni (oud-studenten, BL) blijven vaak ook met elkaar in contact en wisselen ervaringen onderling uit of gaan bij elkaar te rade voor tips. Daar krijg ik de energie van om elke dag weer tot het uiterste te gaan voor die studenten.”
Kijkend naar de toekomst heeft het drietal zeker groeiambities, maar tegelijkertijd is er de huidige capaciteit. “Het tekort aan vakmensen is een issue van de hele maatschappij en dat betekent dan ook wij als opleidingsinstituut moeilijk aan mensen kunnen komen. We zouden graag goede mensen aan ons verbinden om de capaciteit verder te vergroten. De vraag uit de markt is er.”