Trailerservicebedrijf TIP heeft met onderzoekers van Nexus 110 wagenparkbeheerders ondervraagd naar hun noden en wensen. Zij focussen op beheersing van kosten, optimaliseren van inzet van het materieel en het verbeteren van de veiligheid voor hun chauffeurs. Leidt dat tot uitbesteden van het onderhoud?

Het onderzoek werd anoniem uitgevoerd en de deelnemers bevonden zich in achttien verschillende Europese landen. Het merendeel van de respondenten, 70 procent, is afkomstig uit de Europese landen met relatief veel grote vloten, zoals Duitsland, Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Maar er deden ook wagenparkbeheerders mee uit Turkije, Bulgarije, Kroatië, Rusland en Tsjechië.

Wat die Russen betreft: het onderzoek werd voor de kerst van 2021 afgerond. Het invullen van het onderzoek nam een kwartiertje in beslag. Het verminderen van de ‘downtime’, dus de tijd die de truck of trailer in de werkplaats doorbrengt, is het speerpunt bij de ondervraagden. Twee derde van de ondervraagden heeft voorspellend onderhoud daarom hoog op de agenda staan. Op die manier wil men de werkplaats effectiever laten functioneren. Zo’n 37 procent van de ondervraagden heeft minder dan 50 trucks, de rest meer.

Uitbesteden

Volgens TIP is 95 procent van de ondervraagden van plan om de benodigde onderhouds- en reparatiediensten in te kopen bij derden en dus niet zelf uit te voeren. Kijken we naar hoe de respondenten hun onderhoud nu hebben georganiseerd, dan ontstaat er nog een redelijk gedifferentieerd plaatje. Een derde van de ondervraagden heeft het onderhoud uitbesteed op contractbasis met een derde partij. De voorspelling wordt gedaan dat dat aandeel van 33 procent licht groeit naar 35 procent de komende tijd. Bijna de helft, 46 procent heeft het onderhoudsverhaal in een leasecontract zitten. De voorspelling is dat hier een lichte daling in komt. Rest nog de categorie uitbestede diensten waarvoor geen contract is afgesloten met een derde partij. Dit maakt maar acht procent van het onderhoud uit van de hier geïnterviewden, maar zij verwachten wel dat dit de komende jaren gaat verdubbelen. Bij slechts dertien procent van de respondenten wordt alle onderhoud aan het rijdend materieel in eigen huis uitgevoerd. Respondenten verwachten dat dit aandeel tot maar vijf procent af zal nemen. Flexibiliteit en focus op kernactiviteiten zijn de meest vooraanstaande criteria waarnaar gestreefd wordt.

Wanneer het tot uitbesteden komt, dan gebeurt dat volgens bepaalde criteria. De prijs-kwaliteitsverhouding springt er hier uit, gevolgd door beschikbaarheid. Daarna volgt de snelheid van serviceverlening en de locatie waar het gebeuren moet. Kijken we naar wat er zo al uitbesteed wordt, dan levert dat een gemengd beeld op. Schadeherstel en werk aan de carrosserie of opbouw steekt er net bovenuit. Ongeplande stilstand en hulp bij pech onderweg komt op de tweede plaats. Verder scoren reparaties aan de transmissie hoog, en ook banden scoren hoog waar het de neiging tot uitbesteden betreft. Koelmachines en laadkleppen worden nog het meest in eigen huis gedaan. Hetzelfde geldt voor preventief onderhoud. Tijd besparen, dus minder downtime en kosten besparen zijn samen met het verbeteren van de veiligheid de drie voornaamste redenen om uit te besteden. De milieu-impact van zulke maatregelen staat op een lager niveau, aldus TIP en Nexus.

Tevredenheid

Volgens het onderzoek, raadt zeven op de tien respondenten hun serviceverlener op het gebied van onderhoud, aan aan derden. In net geen 40 procent van de gevallen gaat het om een bedrijf dat deel uitmaakt van een keten van servicebedrijven, en daarvan heeft weer 40 procent een internationaal netwerk. Goede tweede zijn de leasemaatschappijen waarvan de meerderheid internationaal actief is. Lokale bedrijven komen op de derde plaats. Wagenparkbeheerders streven one-stop-shopping na voor alle benodigde services, slechts drie procent van de ondervraagden zegt dat dat een leuke bijkomstigheid is.

Pakten wagenparkbeheerders tot voor kort voornamelijk de telefoon op om onderdelen of onderhoud te bestellen, volgens dit onderzoek maakt het digitale serviceportaal een stevige opmars door. Bijna de helft van de afspraken wordt zo gemaakt en nog eens ruim een derde gebeurt via de mail. Nog maar tien procent belt. Over het eindresultaat is ruim een kwart (28 procent) tevreden, maar de meerderheid is toch op zoek naar meerwaarde. Dit heeft te maken met de over de hele linie toegenomen kosten van de laatste tijd. Aangezien het onderzoek enkele maanden oud is, bestaat een grote kans dat de roep om meerwaarde intussen luider is geworden.

Connectiviteit

In korte tijd is connectiviteit ofwel telematica een factor van belang geworden, zeggen de onderzoekers. Voor bijna 80 procent van de ondervraagden is dit een onderwerp waarop men vorderingen wil maken. Maar volgens het onderzoek heeft bijna driekwart van de bedrijven nog niet de helft van de vloot online staan. Bemoedigend is dat 92 procent in elk geval een begin heeft gemaakt, maar duidelijk is dat hier nog werk aan de winkel is, en dat hier nog voordelen behaald kunnen worden. De voornaamste motivator om over te gaan tot connectiviteit is het vergroten van de veiligheid en het volgen van het rijgedrag van de chauffeur. Niet te onderschatten is het argument dat fleetowners ook willen weten waar hun materieel staat. Dus niet alleen onderweg, maar ook wanneer het ergens tijdelijk is geparkeerd. Daarmee verschijnt de reden om volgsystemen en andere vormen van connectiviteit te overwegen: een efficiëntere inzet. Pas op de vierde plaats komt de mogelijkheid om onderhoudskosten verder te reduceren. Op respectievelijk plek vijf en zes staat de mogelijkheid om fraude tegen te gaan of om de impact op het milieu te verminderen.


Pas op de vierde plaats in het rijtje argumenten om connectiviteit te omarmen komt de mogelijkheid om onderhoudskosten verder te reduceren


Tracking en tracing staat op afstand op de eerste plaats wanneer gevraagd wordt wat het meest toegepast wordt in de praktijk, op afstand gevolgd door methoden om het rijgedrag van de chauffeur te volgen. Daar hoort dan ook weer een brandstofverbruiksanalyse bij.

Rapportages

Connectiviteit betekent een stevige toename van informatie voor de wagenparkbeheerder. Dat wetende, geeft slechts drie procent van de ondervraagden aan dagelijks een rapportage te willen. De meesten zeggen met een weekrapport te willen volstaan, en voor 42 procent volstaat later dan een week. Vijftien procent wil het kunnen oproepen wanneer ze dat willen. In dat rapport zien wagenparkbeheerders bij voorkeur info over het rijgedrag van hun chauffeurs, gevolgd door preventief onderhoud, vergeleken met geldende gemiddelden bij hun truckmerken, en de onderhoudshistorie van voertuigen.

Deel dit artikel op

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Laatste nieuws
Meest bekeken
Recente Reacties