Transporteur of onafhankelijke werkplaats voor derden? De nieuwbouw die KLG Europe in Eersel opende is van zo’n hoog niveau dat het verschil eenmaal binnen niet meer is te maken. En toch bedient deze werkplaats geen externe klanten.
KLG Europe, ook wel bekend als de Kuijken Logistics Group, telt zeventien eigen vestigingen in drie landen: Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Roemenië. In het Brabantse Eersel verrees langs de A67 een nieuw kantoor van twee verdiepingen, een grote werkplaats en een crossdock van 10.000 vierkante meter voor het laden en lossen van vrachtwagens. Die laatste laten we in dit kader even buiten beschouwing en we concentreren ons op de eigen werkplaats met vijf werkstraten en een wasstraat.
Paul Haverkort tekende de indeling zelf, vanuit zijn rol als fleetmanager, daarbij goed luisterend naar de wensen van zijn team. “Bovendien heb ik bij collega-vervoerders met een eigen werkplaats in de keuken mogen kijken. Die praktijkervaringen zijn heel waardevol, al zul je altijd de vertaalslag moeten maken naar je eigen situatie.”
Werving
De werkplaats telt negen monteurs, een chef werkplaats en een magazijnman. Ook hier is het tekort aan technici voelbaar, erkent Paul: “We willen ons team graag uitbreiden.” De klantenkring bestaat hoofdzakelijk uit het eigen KLG Trucking wagenpark. “De Roemeense vestigingen bedienen in beginsel hun eigen vloot, uitzonderingen daargelaten uiteraard.”
De vijf straten zijn lang genoeg om een LZV te ontvangen of om aan twee trucks of trailers tegelijk te werken. De twee putten zijn in het werk gestort en flankeren een tussengelegen kelder waarin de bulktanks staan voor nieuwe en afgewerkte olie. Een snelle blik wekt de indruk dat beide straten voorzien zijn van remmentestbank met spelingsdetector, maar de eerste put heeft er bij nadere blik toch geen. De sparingen zijn voorbereid voor een mogelijke toekomstige bank met spelingsdetector zodat er dan geen ingewikkeld grondwerk meer gedaan hoeft te worden.
De Fuchs stempelbrug is ook zo’n oplossing die je bij voorkeur installeert tijdens de bouw van een werkplaats en niet achteraf. Wielvrij-heffen is ideaal bij bijvoorbeeld het wisselen van banden of werk aan de remmen.
Oog voor details
Het zijn allemaal voorbeelden van hoe er is nagedacht over de details. In de beide putten zitten meerdere putkrikken, exemplaren bovendien waar je makkelijk onderdoor loopt. Een olie-opvanglade zorgt dat de opgevangen olie direct in de juiste bulktank verdwijnt. Brekupa zorgde voor de installatie van leidingen, bulktanks en haspels. “Bij al onze leveranciers, van voertuigen tot aan de partners in de werkplaats: we vinden dat het contact met de leverancier moet kloppen. Natuurlijk moet de rest zoals het product en de prijsstelling kloppen, maar we kiezen ook voor de relatie.”
De bulk van de vloot bestaat uit DAF trekkers en Schmitz opleggers. Die laatste blijven zo’n twintig jaar in bedrijf, de trekkers rijden in principe drie jaar waarbij ze rond de half miljoen kilometers maken. Recente aanwinst betreft tweemaal vijftig DAF’s XG: een batch voor Nederland en een voor Roemenië. Omdat het vooral DAF’s zijn en de auto’s jong beschikt het team hier over drie DAVI fabriekstesters en gaan de monteurs ook op training bij de fabrikant.
Dat verklaart misschien ook waarom iemand zou kunnen denken dat ze in een dealerbedrijf zijn beland als ze in de werkplaats ontvangen worden. Hier worden de nieuwe voertuigen zelf klaargemaakt voor eigen gebruik, waarbij ze onder meer de bestickering ontvangen met de huisstijl. Omgekeerd worden hier ook de voertuigen klaargemaakt voor wederverkoop: stickers eraf, de dieseltank vrijwel leeggepompt. “Met onze aantallen gaat dat om heel wat liters brandstof.”
De chauffeurs kunnen zelf buiten op het terrein brandstof tanken, de overige vloeistoffen bijvullen en de banden van lucht voorzien. Brekupa installeerde de haspels in een afsluitbare unit met een digitaal bedieningspaneel. Zo kan de administratie op autoniveau het verbruik bijhouden en wordt misbruik voorkomen. Proeven met HVO100 zijn een tijd geleden toegepast. Er wordt nu gekeken naar een mogelijkheid voor de klanten van KLG dat ze een keuze kunnen maken voor een duurzame oplossing voor hun transporten. “Met ons werk kunnen we vooralsnog niets met elektrisch, daarnaast is de infrastructuur in het buitenland hier niet op ingericht. Het verbruik met HVO100 is gelijk, maar de uitstoot is een stuk gunstiger. Dit is belangrijk voor ons en onze opdrachtgevers.”
Op meer fronten wordt gewerkt aan duurzaamheid. Zo liggen er zonnepanelen op het dak van het crossdock-station, maar naar verhouding minder dan theoretisch mogelijk. Het is een veelgehoorde klacht, niet alleen hier in Noord-Brabant: stroomnetten die vol zitten en de groene ambities van ondernemers zo in de weg staan.
