De oorsprong van Daily Logistic Group, oftewel DLG,gaat honderd jaar terug. Het succesvolle bedrijf kenmerkt zich door een no-nonsense kijk op het transport. Voor vlootbeheerder Ingmar Coppoolse is flexibiliteit belangrijk.
DLG is een specialist in geïntegreerde logistieke oplossingen voor het transport van verse, gekoelde en diepgevroren producten. Het bedrijf verzorgt vervoer naar 32 landen, met een sterke focus op Groot-Brittannië. Met een lange historie in de transportsector is de groep uitgegroeid tot een betrouwbare partner die containertransport, geconditioneerd transport en verstransport aanbiedt. Ook voor full-service oplossingen, waaronder douaneafhandeling en intermodale transportmogelijkheden, kunnen klanten er terecht.

In Nederland staan twee vestigingen: een kantoor in Nieuwe-Tonge en een vernieuwd kantoor in Maasdijk, waar ook een modern crossdock-centrum met 30 docks is gevestigd. Deze faciliteiten zorgen voor een snelle overslag en optimale voorbereiding van producten voor verder transport. In Groot-Brittannië beschikt DLG over drie vestigingen, namelijk in Cranford, Wix en Harwich, naast diverse container-hubs. Door de strategische ligging van de faciliteiten, dicht bij de veerbootterminals, kunnen trailers in 95 procent van de gevallen onbegeleid aan boord gaan.
Flinke vloot
Ingmar Coppoolse is als Manager Fleet, Claims en HESQ (health, environment, safety & quality) verantwoordelijk voor de vloot in zowel Nederland als Groot-Brittannië. Deze bestaat uit zo’n 210 trekkende eenheden, waarvan 60 op Brits kenteken. De dagelijkse aansturing daarvan gebeurt vanuit Cranford, maar Coppoolse doet het beheer. “In Nederland zijn vier fleet operators, in Groot-Brittannië één”, legt Coppoolse uit. “Dit team houdt zich bezig met onderhoud, financiële zaken aangaande het wagenpark, de documentatie en zaken als brandstof en tol.”

Echte merkvoorkeur is er niet.
Zo’n 60 à 70 procent van alle goederen die DLG vervoert, hebben Groot-Brittannië als eindbestemming. Dit zijn met name versproducten, die gekoeld of bevroren vervoerd worden. Daarnaast verzorgt DLG ook groupage- en containervervoer. Naast Groot-Brittannië rijden de vrachtwagens ook naar Frankrijk, Duitsland en zelfs Spanje. Hiervoor beschikt DLG over een vloot van zo’n 740 koeltrailers. Hiervan zijn er zo’n 550 vast in gebruik; de overige worden gehuurd als het nodig is.
Voorkeur voor een bepaald merk heeft DLG niet. Vorig jaar deed het bedrijf een grote order bij DAF, dit jaar werden twintig nieuwe MAN-trekkers aan de vloot toegevoegd. Coppoolse: “Een merkenbeleid voeren we eigenlijk niet. We hebben alle A-merken wel rijden. We kijken bij de aankoop naar de actuele situatie. Hierbij kijken we naar het onderhoud, naar het verbruik, maar ook de Vecto-score is erg belangrijk nu. Slechte auto’s worden niet meer gemaakt.”
Verplichte inspectie
Sinds 2019 rijdt in Groot-Brittannië een eigen vloot, bestaande uit rechtsgestuurde vrachtwagens. Dit bleek een verstandige keuze. “Het is lastig om een Britse chauffeur op een Nederlandse auto te zetten”, legt Coppoolse uit. “De Brexit in 2020 versterkte ons geloof de juiste beslissing te hebben gemaakt. We wilden de problemen voor zijn. Dit is gewoon makkelijker, ook met het oog op cabotageregels.”
Eigen vrachtwagens in Groot-Brittannië komen echter wel met hun eigen set uitdagingen. De eisen aan onderhoud zijn er heel anders. Zo moeten vrachtwagens en trailers naast de jaarlijkse MOT elke acht tot tien weken een veiligheidsinspectie ondergaan. Hier wordt streng op gehandhaafd: er zijn veel controles onderweg. “In Groot-Brittannië is men een stuk strenger dan hier”, stelt Coppoolse. “De veiligheidscontroles zijn dieper ingebakken in de cultuur. De aansprakelijkheid ligt heel anders.” Zo is elke chauffeur verplicht een controlerondje te doen bij de start van een rit. Dit en eventuele gebreken moeten hierbij worden vastgelegd. Reparaties en onderhoud moeten gedocumenteerd worden, zodat alles te traceren is. Inspecteurs moeten kunnen zien dat gebreken zijn opgemerkt en gerepareerd.
‘Eigenlijk kopen we geen auto’s, maar gewoon kilometers’
Zelf beschikt DLG niet over werkplaatsen. Al het onderhoud gaat via de dealers. Vrachtwagens hebben dan ook allemaal een onderhoudscontract. “Eigenlijk kopen we geen auto’s, maar gewoon kilometers”, vertelt Coppoolse. “Op deze manier kan DLG zich bezighouden met zijn core business. We laten het onderhoud over aan de specialisten. Lokale dealers hebben de kennis en de expertise hiervoor. Zij ontzorgen ons hierbij.” DLG heeft dan ook een goede relatie met dealers in de buurt, zoals de MAN-, Mercedes-Benz- en Scania-dealers in Maasdijk, de DAF-dealer Best Trucks in Oude Tonge en Volvo-dealer Bluekens in Middelharnis.
“De dealers hebben we gewoon nodig”, stelt Coppoolse. “Zij zijn onze vertegenwoordiger bij de fabrikanten. Van tevoren kun je niet weten of een vrachtwagen problemen gaat opleveren. Dan is het erg belangrijk hoe zaken worden afgewikkeld.” Ook voor de trailers vertrouwt DLG op vaste partners voor onderhoud, zoals AVT, Olsthoorn Truck & Trailer Service en Heiwo Repair Maasdijk. Hier werkt DLG al jaren mee. Capaciteit is een probleem, dus vaste relaties zijn nodig. Het bedrijf heeft vooral trailers van Schmitz-Cargobull en Krone. “Dit zijn gewoon de twee grootheden”, legt Coppoolse uit. “Hetzelfde geldt voor de koelmotoren: die zijn van Carrier en Thermo King.”
Voor banden kan DLG terecht bij Profile Tyrecentre Kersten in Rotterdam. Banden van Bridgestone zijn favoriet. Dit heeft ook te maken met de Vecto-score. “Aerodynamica wordt steeds belangrijker. Wij gaan voor de meest gunstige score. Daarom hebben onze auto’s ook geen beugels met lampen bijvoorbeeld. Een paar lampjes moet kunnen, maar ik ben geen voorstander van een poppenkast aan de buitenkant”, vertelt Coppoolse. “Wat aanpassingen aan de binnenkant is prima. In principe heeft elke chauffeur toch een vaste auto.”
Training
Alle vrachtwagens van DLG zijn voorzien van een Transics-boordcomputer. Ook trailers wisselen data uit. Zo kan men op afstand de temperatuur in de koeltrailer in de gaten houden. Alle gegevens van de hele vloot, inclusief tijdelijke eenheden, worden verzameld in software van Ultimo. Dit is het stambestand dat informatie deelt met alle andere systemen, legt Coppoolse uit. “De onderhoudsintervallen zijn bij de verschillende merken redelijk constant. Onderhoud is dan ook goed te voorspellen. Steeds meer is het echter variabel op basis van inzet. Hierdoor is het lastiger in te plannen.”

Training en begeleiding krijgen bij DLG veel aandacht. Het verbruik van chauffeurs wordt in de gaten gehouden, maar dat is niet het doel. “Wij kijken meer naar het gedrag van de chauffeur dan naar het verbruik”, vertelt Coppoolse. “Wij kijken bijvoorbeeld naar de gemiddelde snelheid, naar hard remmen, gebruik van de cruise control en hoeveel de motor stationair draait. Het verbruik is immers het gevolg van gedrag.”
Aansluiten
Volgens Coppoolse gaat predictive cruise control een enorme efficiëntieslag geven. Hij is ervan overtuigd dat deze investering zich zeker terugbetaalt. Op dit moment bieden MAN en Mercedes-Benz dit aan op hun modellen. Met de komst van elektrische vrachtwagens wordt het rijgedrag van de chauffeur nog belangrijker. “Elektrisch rijden triggert een ander rijgedrag. Het is een spel tussen uitrollen en regenereren”, vertelt Coppoolse. De eerste elektrische vrachtwagen komt waarschijnlijk eind dit jaar in de vloot. DLG heeft bij verschillende merken een elektrisch model besteld. Ook doet het een proef met elektrische koeltrailers.
“Elektrisch rijden is een hot topic. Het is noodzakelijk aan te sluiten. Veel van onze ritten komen niet boven de 500 kilometer uit, van homebase tot homebase.
Dat is elektrisch dus prima te doen. Onderweg laden is nu nog niet aantrekkelijk.” Bij de locatie van DLG in Maasdijk opent eind van het jaar een laadplein. Hier mogen waarschijnlijk ook andere transporteurs komen laden. “We kijken wel hoe
het gaat”, stelt Coppoolse. “We moeten wel aansluiten in deze ontwikkeling, maar we hoeven geen koploper te zijn.