Deze studie is in maart gestart en zal twee jaar duren. Volgens de onderzoekers heeft een kwart van de bestelauto’s die in steden komen een servicebestemming. Hiermee worden dus geen goederen vervoerd voor derden, maar gereedschappen en onderdelen die de monteur, die vrijwel altijd zelf achter het stuur zit, ondersteunen bij reparatiewerk in de binnenstad. Van alle vracht die de stad in gaat, wordt overigens tachtig procent met een bestelauto vervoerd, aldus de studenten. De komende tijd bekijken zij ritprofielen van bedrijven waarmee de studenten samenwerken. Die bedrijven zijn bouwer Heijmans, energiebedrijf Engie en Unica, dat zich bezig houdt met veiligheid, energie en ICT in kantoorgebouwen.

Het wagenpark veroorzaakt 38% van de CO2 -uitstoot van Heijmans (21.800 ton). Daamen kondigde aan dat hij er met zijn directie naar streeft om als Heijmans in 2023 volledig CO2 neutraal te zijn.

Een uitgangspunt van de studenten is dat er mogelijk in lang niet alle gevallen bestelauto’s nodig zijn om de monteur bij zijn werk te krijgen. Zij vragen zich af of de monteur niet in het overgrote merendeel van de gevallen te veel gereedschap en onderdelen bij zich heeft. De overweging is om monteurs met lichtere voertuigen de stad in te laten gaan, bijvoorbeeld met elektrisch ondersteunde bakfietsen of met andere kleine voertuigen met elektrische aandrijving. Ze kunnen dan het minimum aan benodigde gereedschappen en onderdelen meenemen en tijdig bij de klant zijn. De filedruk en de verkeersdruk in de stad zullen zo verminderen, alsmede natuurlijk de uitstoot.

Weerstand

Vanzelfsprekend beseffen de studenten dat er in dit stadium nog weerstand is tegen zulke ideeën. Ze onderstrepen dit met een filmpje. Uiteenlopende monteurs zijn aan het werk in de Amsterdamse binnenstad en ze worden gevraagd naar hun bestelauto en hun wens om een nieuwe, elektrische bestelauto aan te schaffen in de toekomst. De reacties zijn vrij unaniem: dit is voorlopig nog te duur en de actieradius van de elektrische bestelauto is nog te gering. Aan de andere kant beseft men ook, dat het over zes jaar niet meer is toegestaan om met een busje met een dieselmotor de stad in te rijden. De teneur is dat tegen die tijd hopelijk bestelauto’s met elektrische aandrijving stukken goedkoper zijn geworden in aanschaf, dat de actieradius sterk verbeterd is en dat er veel meer laadpunten bij zijn gekomen. Dus hoeveel weerstand ook, de teneur is dat men zich er wel mee bezig houdt of dat men zich op z’n minst bewust is van de problematiek.

Heijmans

Stefan Daamen

Bij grotere bedrijven lijkt die urgentie nog sterker te leven. Tijdens het symposium op Ecomobiel kwam Stefan Daamen van Heijmans aan het woord, die precies in kaart had gebracht wat het wagenpark van deze bouwer bijdraagt aan de uitstoot van CO2 van het bedrijf. Heijmans zet de 770 eenheden tellende bestelautovloot in voor onder andere onderhoud aan openbare verlichting, gas-, water-, en elektriciteitsleidingen en de vervanging daarvan en onderhoud aan kantoren, scholen en ziekenhuizen. Alle 770 bestellers, voornamelijk bestaande uit Ford, Volkswagen en Mercedes en zonder uitzondering uitgerust met een dieselmotor, worden geleaset. Dit wagenpark veroorzaakt 38% van de CO2 -uitstoot van Heijmans (21.800 ton) en Daamen kondigde aan dat hij er met zijn directie naar streeft om als Heijmans in 2023 volledig CO2 neutraal te zijn. Hij liet zien dat de uitstoot inmiddels weliswaar afneemt, maar nooit met het gewenste tempo dat in 2023 tot nul zal leiden.

Er moet dus meer gebeuren. Jaarlijks wil Daamen 10% van het wagenpark elektrisch aangedreven maken. Er wordt een mobiliteitsbudget ingevoerd om gebruikers het openbaar vervoer als alternatief aan te bieden. Ook bij de bestelauto’s wil hij naar elektrische versies toe. Daar waar nog met diesels wordt gereden, en dat gebeurt alleen nog bij hoge kilometrages, wil Daamen HVO laten tanken in plaats van dieselolie. Waterstof en CNG worden als alternatieven overwogen. Daamen verwacht verder dat monteurs eigenlijk beter af zijn met een kleinere VW Caddy dan een Transporter. Er komen proeven met elektrisch aangedreven bestelauto’s.

Knelpunten

Ook Daamen loopt bij het streven naar nul uitstoot van CO2 tegen knelpunten aan. Zo constateert hij dat er nog maar weinig aanbod is van bruikbare, elektrisch aangedreven bestelauto’s. Daarbij is van wat er wel beschikbaar is, de actieradius beperkt, zijn er onvoldoende parkeerplaatsen en dito oplaadpunten. Daarbij moeten ook de chauffeurs van Heijmans nog wennen aan de elektrisch aangedreven bestelauto.

Tot slot vertelde Daamen dat Heijmans veel meterkasten in particuliere huizen vervangt. “Die huizen staan bij elkaar, dus zou je denken dat je ze achter elkaar kunt vervangen, met weinig kilometers. Maar de praktijk is weerbarstig. De bestelauto’s die we gebruiken voor het vervangen van meterkasten, maken juist veel kilometers. De bewoners moeten namelijk wel thuis zijn, en dat vergt veel aandacht bij het maken van afspraken. Daardoor moet je op verschillende dagen weer terug naar dezelfde straat of buurt.”

Eer het echter zover is, moeten de nodige bezwaren worden overwonnen, en dan blijven de praktische eisen van de toekomstige klanten nog grotendeels buiten beschouwing. Zo moeten LEVV technisch nog flink verbeteren. Tegelijkertijd worden elektrisch aangedreven bestelauto’s ook steeds beter, wat leidt tot een zekere onderlinge concurrentie, verwachten de onderzoekers. Verder is het overheidsbeleid nog onduidelijk. Waar mogen LEVV rijden en waar mogen ze parkeren? Welke snelheidsbeperkingen gelden mogelijk en zijn er aanschafsubsidies of andere incentives? Hoe en waar worden laad- en losplekken ingericht? De onderzoekers beseffen, dat succes pas zeker is in het geval van een zekere schaalbaarheid. Die is nu natuurlijk nog beperkt, Ecomobiel liet zien dat het fenomeen LEVV zich nog in de experimenteerfase bevindt. De onderzoekers benadrukken tot slot dat van ontvangers van goederen of diensten in binnensteden niet hoeft te worden verwacht dat ze de LEVV zullen stimuleren. Wel staan ze er positief tegenover. De onderzoekers beschouwen de LEVV als oplossing naast andere oplossingen, zoals ook de bestelauto. Hoe hier in de servicelogistiek op gereageerd wordt, zal de nabije toekomst uitwijzen.

Eerder onderzoek
De Hogeschool van Amsterdam heeft al eerder onderzoek gedaan naar de potentie van lichte, elektrisch aangedreven vrachtvoertuigen (LEVV) in de binnenstad van Amsterdam. Hieronder worden ook elektrisch ondersteunde bakfietsen verstaan en andere compacte, elektrisch aangedreven voertuigen, die bijvoorbeeld op een fietspad kunnen rijden. Hieruit komt naar voren dat er kansen zijn voor deze concepten in de sectoren food, bouw, service, post/pakket, non-food en retail. De onderzoekers schatten in dat tien tot vijftien procent van de huidige bestelautoritten in deze segmenten vervangen kunnen worden door genoemde LEVV. 

Deel dit artikel op

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Laatste nieuws
Meest bekeken
Recente Reacties