Een CO2-reductie van 45 procent in 2030 betekent dat er meer dan 400.000 emissievrije vrachtwagens op de weg zouden moeten zijn. Ook zouden er jaarlijks minimaal 100.000 nieuwe emissievrije vrachtwagens moeten worden geregistreerd. Hiervoor zouden binnen slechts zeven jaar meer dan 50.000 openbaar toegankelijke laders nodig zijn die geschikt zijn voor vrachtwagens, waarvan ongeveer 35.000 krachtige laders (megawatt-laadsysteem). Er zouden bovendien zo’n 700 waterstoftankstations nodig zijn.
Dat rekent koepelorganisatie van auto- en truckfabrikanten Acea voor naar aanleiding van de op 14 februari door de Europese Commissie bekendgemaakte doelstellingen tot 2040. Het steekt de organisatie vooral dat het uitstootvrij maken voornamelijk op het bord van de autofabrikanten geschoven wordt. “Het is zeer ambitieus om nu al -45 procent te bereiken tegen 2030. Het zou even ambitieuze actie van beleidsmakers vergen om ervoor te zorgen dat de andere spelers in de transport- en logistieke waardeketen tegelijkertijd presteren.”
Uitdaging enorm
“Gezien het feit dat laadstations die geschikt zijn voor de specifieke behoeften van vrachtwagens tegenwoordig bijna volledig ontbreken, is de uitdaging enorm”, aldus Sigrid de Vries, algemeen directeur van Acea. “We zijn bezorgd dat alleen autofabrikanten hoge straffen zullen krijgen als andere belanghebbenden hun rol niet vervullen om dit mogelijk te maken – vooral gezien het lage ambitieniveau dat de lidstaten aan de dag leggen met betrekking tot de Alternative Fuels Infrastructure Regulation (AFIR)”, aldus Martin Lundstedt, voorzitter van de afdeling bedrijfswagens van Acea en ceo van de Volvo Group.
Transporteurs
Acea verwacht met name meer van transportbedrijven, die in staat moeten worden gesteld om emissievrije voertuigen winstgevender te laten rijden dan conventionele dieselvrachtwagens. “Als dit niet snel gebeurt, zullen operators onze voertuigen niet kopen, en als gevolg daarvan zullen we simpelweg niet in staat zijn om de CO2-doelstellingen te halen”, aldus Lundstedt. “Uiteindelijk is voertuigtechnologie – of het nu gaat om batterij-elektrische, brandstofcel-elektrische of waterstof-aangedreven vrachtwagens – slechts een deel van de oplossing. Om deze transitie van onze industrie tot een succes te maken, hebben we dringend een samenhangend beleid nodig.”
Transport en Logistiek Nederland (TLN), de brancheorganisatie van de transporteurs in Nederland, ondersteunt de overgang naar zero-emissieloze vrachtautomotoren en ziet ook dat batterij-elektrische en waterstof-elektrische vrachtauto’s daarvoor de oplossing zijn. “Fabrikanten bieden deze modellen in toenemende mate aan. Maar deze beide oplossingen moeten wel genoeg beschikbaar zijn. Daarnaast is het van belang dat er ook genoeg plekken zijn om elektriciteit op te laden of om waterstof te tanken. Dit vormt een grote uitdaging voor de komende periode, niet alleen in Nederland maar in heel Europa. Een ontoereikende beschikbaarheid van voldoende laad- en tankinfrastructuur is de grootste zorg die het bedrijfsleven kan afhouden van het realiseren van een volledige zero-emissie toekomst”, aldus TLN.