Een belangrijke stap naar een samenwerkende vervoersmarkt in Europa: Denemarken heeft ingestemd met het erkennen van de inspectie van een trailer die in een ander EU-land is gedaan.
De wijziging betekent dat trailers uit Denemarken in een ander EU-land geïnspecteerd mogen worden. In een Nederlandse werkplaats mag dan dus een keuring (PTI – Periodic Technical Inspection) gedaan worden op een Deense trailer, waarbij die keuring ook in Denemarken erkend wordt. Het betekent dat trailers op Deens kenteken niet per se terug hoeven naar Denemarken voor een inspectie, maar dat deze feitelijk overal in Europa plaats mag vinden.
Experts juichen deze stap van Denemarken toe. Zij zien in de beslissing een belangrijke mijlpaal, die het Europese transport verder helpt. Hierdoor zijn er mogelijkheden voor een slimmere logistiek, omdat Deense opleggers nu zonder beperkingen ingezet kunnen worden door heel Europa. Een trailer heeft immers niet meer de plicht eens in de zoveel tijd terug te keren voor een inspectie. Dit bespaart logistieke partijen in de kosten.
Bovendien is het goed voor het milieu, zo stellen zij. Trailers hoeven geen onnodige kilometers te maken om verplicht terug te keren naar Denemarken. Dit bespaart uitstoot. De verwachting is dat meer landen een buitenlandse inspectie voor trailers gaan erkennen. Hiermee neemt Denemarken het voortouw in een beter op elkaar afgestemde Europese transportmarkt.