De wisseling van de wacht is een feit bij Volvo Trucks Nederland. Wabe van Solkema is na bijna vier decennia binnen Volvo Group met pensioen en Roeland Ruygt mag zich in zijn plaats Managing Director noemen. Voorlopig nog naast zijn vorige functie, die van algemeen directeur van Volvo Group Truck Center. Wat staat er op de agenda?
We spreken elkaar als Roeland drie weken op de ‘nieuwe stoel’ zit. Doorgaans niet de beste timing voor een interview over toekomstambities. Dat we toch tegenover elkaar zitten heeft alles te maken met de omschakeling van dealerdirecteur (ook al is het van een fabrieksdochter) naar de directiepost bij een nationale importeur.
Terwijl hij nog even beide petten op houdt wordt achter de schermen gezocht naar een opvolger. “Met Martin Knijnenburg verantwoordelijk voor sales gaan we het profiel van de nieuwe VGTC-directeur wat meer richting aftersales verschuiven. Het wordt diens taak om de positie van VGTC op dat vlak en voor beide merken te versterken. Daarbij kijken we niet alleen intern voor mogelijke kandidaten.”
Verduurzaming netwerk
Op het moment van schrijven telt VGTC elf vestigingen, waarbij hoofdvestiging Rotterdam momenteel een forse verbouwing ondergaat om in januari als nieuw te heropenen. “De markt is druk bezig met verduurzaming en als VGTC kunnen wij daar natuurlijk niet bij achterblijven. Rotterdam wordt op dit vlak ons visitekaartje, compleet met warmtepomp en een papierloze werkwijze.”
Met elf vestigingen is Volvo Trucks Nederland één van de circa tien contractpartners die samen 46 vestigingen runnen. Is die dichtheid van het netwerk op termijn in stand te houden? “Die vraag kun je eigenlijk niet beantwoorden zonder naar onze klanten te kijken. Voor trekkers en bakwagens kijkt de klant niet op een paar kilometer extra afstand, maar dat ligt bij de lichte bedrijfswagens genuanceerder.”
Het zomaar sluiten van vestigingen is daarom niet op korte termijn aan de orde, benadrukt Roeland. “Natuurlijk kijken we wel steeds kritisch naar het netwerk om te bepalen of de locaties en de vestigingen nog passen bij de tijdgeest en de klantenkring. Dat doen we uiteraard niet alleen, maar in nauw overleg met onze contractpartners. Sommige hebben ook al stappen daartoe gezet, maar het is een continu proces.”
Energieleveranciers
“Vooral als een vestiging wat ouder is en zaken eigenlijk een verjonging kunnen gebruiken of er een grote investering nodig is dan kijk je eerst of dat daar zinvol is. Soms kies je voor een alternatief maar dat moet dan wel in samenspraak met lokale overheden en energieleveranciers. In Rotterdam laten we zien dat het zeker ook op een bestaande locatie goed kan.”
De uitdagingen rondom het verduurzamen van de bedrijfshuisvestiging speelt niet alleen bij de dealervestigingen, de klanten staan voor diezelfde uitdagingen. Tijdens de verkoopgesprekken met klanten gaat het niet alleen meer om advies rond het voertuig maar ook over de laadinfrastructuur, de energievoorziening, vergunningen en subsidies. “Maatwerk is belangrijker dan ooit. Goed luisteren naar de behoefte van de klant en aftasten waar je het verschil kunt maken.”
– Roeland Ruygt, Managing Director Volvo Trucks Nederland
Denk bijvoorbeeld aan verwachtingenmanagement rondom het bereik van elektrische trucks. “In het begin was steevast de reactie dat het niet genoeg was. Het gaat echter om de balans tussen bereik en laadvermogen. Als te grote accupakketten dat nuttig laadvermogen in de weg gaan zitten dan schieten we ons doel voorbij en klanten zien dat in toenemende mate.”
Voor de TCO van die klant moet het rekenwerk wel haalbare cijfers opleveren. “Daar zit de crux. Openbaar laden is niet alleen een uitdaging wat betreft beschikbaarheid langs sommige routes maar het is vooral de prijsstelling die de energietransitie in de weg zit. Wie het voor elkaar krijgt om steeds weer op de thuisbasis te kunnen laden bij de eigen laadinfra, het liefst gevoed door zonnepanelen, heeft de extra investering er eerder voor over dan wie is aangewezen op het publieke tarief.”
Roeland benadrukt daarom dat de energietransitie alleen mogelijk is als de hele keten in beweging komt. “Elke schakel heeft hier een verantwoordelijkheid. De recente ommezwaai van het kabinet rond de invoering van de Zero Emissie-zones is hiervan een voorbeeld. Behalve de overheden op de verschillende niveaus hebben ook de verladers zelf hierin een niet te onderschatten rol. Welke keuze maken zij en wat zijn ze bereid te betalen voor de gemaakte kilometers? Er zijn gelukkig genoeg voorbeelden waar de verschillende partijen stuk voor stuk een deel van de verantwoordelijkheid dragen en zo de transitie mogelijk maken. ”
‘Uptime is naar onze mening het hoogst bij combinatie met een servicecontract’
Wat de keuze ook is, Volvo heeft het aanbod om elke keuze daadwerkelijk te kunnen invullen – of het nou gaat om efficiënte dieselmotoren die ook geschikt zijn voor HVO, trucks op (Bio-)LNG of toch vol-elektrisch. “En daar komt dan nog waterstof bij richting het eind van dit decennium, in zowel verbrandingsmotoren als fuel cell-electric, waarbij de verbrandingsmotor qua techniek dichterbij de kennis en ervaring van de werkplaatstechnici ligt dan die van de brandstofceltrucks.”
Werkplaatsteams
Het brengt ons op een minstens zo cruciaal onderwerp binnen de aanstaande transitie: het werkplaatsteam. “De ontwikkelingen gaan erg snel en ook nog eens in verschillende richtingen. Voor onze eigen dealers die de informatie direct vanuit de fabrikant hebben is het al een uitdaging om bij te blijven. Ondanks alle trainingen die we geven want het gaat gewoon ontzettend snel.”
Voor vervoerders met een eigen werkplaats is de uitdaging nog groter, zeker als ze meerdere merken rijden. “Wij ondersteunen dergelijke klanten met onderdelen en informatie als ze dat willen, maar heel eerlijk: wij zien dat de TCO gunstiger uitpakt bij klanten die een servicecontract afsluiten.”
Die groep is bovendien groeiende, zegt Roeland. “Met name bij onze klanten van elektrische voertuigen zien we dat het merendeel kiest voor een servicecontract. Voor een deel omdat ze op deze manier risico’s kunnen afdekken met techniek waar ze nog nauwelijks ervaring mee hebben. Het is makkelijker budgetteren zo voor de klant: duidelijke kosten zonder tegenvallers.”
Daar staat tegenover dat er klanten zijn die kiezen voor een eigen werkplaats om de flexibiliteit te vergroten en niet afhankelijk te zijn van andermans planning. “Telematica lost dit vraagstuk voor een belangrijk deel op”, zegt Roeland. “We kennen de historie en conditie van het voertuig en de onderdelen dus planning hoeft geen probleem te vormen. Op basis van de data geven we een voorspelling af wanneer welke onderhouds- of servicetaken nodig zijn.”
Arbeidsmarkt
Wat de planning natuurlijk wel bemoeilijkt is de krappe arbeidsmarkt. “Zowel bij VGTC als bij de andere dealergroepen staan momenteel vacatures uit en die zijn uitermate lastig in te vullen. Wij zijn daarin niet uniek, het is een branche-breed probleem. Als grootste uitdaging zie ik het vinden van
diagnosetechnici voor elektrische voertuigen. Dat vereist unieke vaardigheden en dat gaat verder dan de product-specifieke zaken want die kun je trainen.”
Dit type technicus is overal gewild, zoals bij ASML in de regio Eindhoven. Voorheen zagen we ook dat er aan mensen getrokken werd vanuit de sector rond warmtepompen en zonnepanelen. “Misschien wordt het tijd dat weer om te keren, nu de klantvraag daar wegzakt. Los daarvan: wij moeten laten zien dat het een mooi vak is en alle mogelijke vooroordelen zien te pareren. Dat is alleen makkelijker gezegd dan gedaan.”
De blik een laatste maal vooruit werpend komt er een tijd op ons af dat de voertuigen met de verschillende aandrijflijnen ook weer terug komen. Nu het tijdspad van de transitie nog in nevelen gehuld lijkt hangen er ook vraagtekens rondom de hoogte van de restwaarde. “We kijken daar met vertrouwen naar. Inderdaad, er zijn exportmarkten weggevallen door de geografische instabiliteit die er momenteel heerst. Voor elektrische voertuigen zal de tweedehandsmarkt zich in beginsel vooral lokaal afspelen met gezonde tarieven. Mocht de transitie alsnog snel gaan dan kan het zijn dat de diesels lokaal minder gewild zijn, maar daar blijft voorlopig genoeg markt voor omdat niet alle markten even snel zullen omschakelen naar elektrisch.”
