Rob Aarse, duurzaamheidsspecialist bij TLN, beoordeelt de mogelijke ‘beren op de weg’ wanneer transportbedrijven, dus vaak leden van Transport en Logistiek Nederland, hun wagenpark willen omschakelen naar andere aandrijfvormen, zoals waterstof en batterij-elektriciteit.
In het Klimaatakkoord is als doel opgenomen dat er anno 2025 vijfduizend vol-elektrische trucks op de Nederlandse wegen zullen rijden. “Nu zijn het er nog iets meer dan 200, dus we hebben nog veel werk te doen”, zegt Aarse met enig understatement. “Dat aantal kwam voort uit een ander streven, namelijk dat we in datzelfde jaar 30 tot 40 steden hebben in ons land waar een zero-emissie zone is ingesteld. Om daarbinnen toch optimaal te kunnen blijven beleveren, hebben we vijfduizend trucks als uitgangspunt gesteld om vertrouwenwekkend te kunnen doorgroeien naar volledige zero emissie stadsdistributie in dergelijke zones. Tot 2030 geldt daar nog een overgangsregeling voor de uitfasering van Euro-VI vrachtauto’s. Uit het Panteia-rapport Ingroeipad Elektrische Trucks wordt, en dat is een voorzichtig scenario, gesproken over 11.500 elektrische trucks. Elaad kwam aan een beduidend hoger aantal, maar het laat zien welke kant het op gaat”, aldus Aarse.
Geld en stroom
Wanneer je zo’n indicatie maakt, dan hebben betrokkenen iets om naartoe te werken en dat is in deze fase precies waar het om gaat. Het wordt steeds duidelijker dat twee zaken superbelangrijk worden: Geld en stroom. “Als die twee er zijn dan kan het gebeuren. Maar je kunt van het midden- en kleinbedrijf niet verwachten dat zij de benodigde voor-investeringen voor eigen rekening nemen. In het begin van de transitie is nieuwe technologie altijd duurder dan de conventionele trucks. Er moet dus geld komen om ondernemers te compenseren voor de onrendabele top.”
Naar verwachting gaat begin mei dit jaar de AanZET-subsidieregeling open. “Een goede start maar daar zit veel te weinig geld in om de vereiste opschaling te realiseren. Gelukkig hebben we inmiddels een nieuw kabinet, dus er is belangrijk en urgent werk aan de winkel om de komende jaren de overstap naar zero emissie voor ondernemers mogelijk te maken”, zo geeft Aarse aan. “We merken overigens dat er steeds meer ondernemers zijn met een positieve grondhouding in dit verhaal. Dat zagen we ook met onze enquête waaruit bleek dat tachtig procent van onze leden oplaadfaciliteiten op het eigen terrein wil wanneer er elektrische trucks gaan komen.”
Waterstof
Aarse zegt dat waterstof in deze fase nog nauwelijks aan de orde is. “Waar mogelijk zou je met batterij-elektrische oplossingen moeten werken. Van waterstof wordt duidelijk dat het in het well-to-wheel-verhaal toch beduidend minder efficiënt is. Zeker in het geval van stedelijke distributie denken we dat batterij-elektrische aandrijvingen de regel zullen gaan worden. Trucks die op waterstof rijden, zijn weer een stuk duurder en zullen van de reguliere merken op zijn vroegst na 2025 af-fabriek ter beschikking komen. Niettemin vormt waterstof-elektrisch een belangrijk onderdeel van de puzzel. Waar het qua actieradius en voertuiggewicht niet lukt met batterijen, vormt waterstof een potentiële oplossing om toch te kunnen overstappen naar zero-emissietechnologie.”