Toen het ministerie van I en W in 2022 de stekker trok uit de Super EcoCombi (SEC), leek dat de doodsteek voor de extra lange trucks in Nederland. Intussen kiezen Zweden, Denemarken, Duitsland en Spanje wel voor de SEC. De Super EcoCombi biedt kansen om in het wegvervoer concreet verdere efficiencyverhoging en verduurzaming van de logistiek te bereiken. De risico’s voor de fysieke infrastructuur en de verkeersveiligheid werden destijds te groot geacht om een pilot met de SEC te starten.
Nu krijgt de SEC dan toch nog een nieuwe kans met een pilot bij Ewals Cargo Care. De deur lijkt weer op een kier te staan. En terecht. De Super EcoCombi is de perfecte first-mile voor de stadslogistieke last-mile.
De industrie past zich in snel tempo aan aan de klimaatdoelen met minder CO2-uitstoot. Helaas blijft de logistieke sector achter; we rijden zelfs meer kilometers dan ooit. Bijna de helft van alle CO2-uitstoot van het goederenvervoer (zo’n 5 Mgton per jaar) wordt veroorzaakt door vrachtwagens en trekker-opleggers. De rest komt van bestelauto’s, de binnenvaart en het spoorvervoer.
Ontkoppelen van first-mile en last-mile
Van de kilometers die transportbedrijven rijden, rijden ze 80% op de lange en middellange afstanden: internationale ritten, lange afstanden binnen Nederland en ritten naar de stedelijke gebieden. Daarin zijn dus de grote duurzaamheidsslagen te halen.
Opvallend genoeg zitten in de stadslogistieke last-mile de meeste chauffeursuren: 80%! Het zijn weinig kilometers, maar je rijdt niet hard en staat veel stil.
De last-mile is lastig te plannen; het verkeer in steden is onvoorspelbaar en klanten zijn veeleisend. De planners houden daarmee rekening, om op de afgesproken (venster)tijd bij de klant te zijn. In de last-mile planning zit veel ‘slack’. Dat is geen goede zaak met de chauffeurstekorten in Nederland.
Bovendien komen steden met meer eisen: gewichts- en lengtebeperkingen, verkeersveiligheid en dode hoek, venstertijden, vergunningen om te rijden in autoluwe buurten en zero-emissie zones. Je hebt als lange-afstandsvervoerder straks niets meer in de stad te zoeken.
Rust, reinheid en regelmaat in de first-mile
Met stadslogistieke hubs en SEC slaan bedrijven twee vliegen in een klap. Ze kunnen hun veeleisende klanten in de stad beter van dienst zijn. En, ze spelen in op het chauffeurstekort, de noodzaak van minder vrachtverkeer, de wens tot het bundelen van vervoersstromen stroomopwaarts, de inzet van elektrische vrachtwagens en minder CO2-uitstoot in de first-mile.
De stadshubs kunnen 24/7 (ook in de daluren) met volle vrachtwagens worden bevoorraad. Dat geeft de noodzakelijke rust, reinheid en regelmaat in de aanvoer naar de hub. Dan kun je vervolgens mensen en vrachtwagens optimaal inzetten. De SEC zou op de corridors voor bijvoorbeeld bouwlogistiek, de pakketmarkt en levensmiddelendistributie een goede oplossing kunnen zijn. Omdat je meer vracht mee kan nemen spaar je al snel 30% CO2. Dat zet zoden aan de klimaatdijk. En met meer vracht in een vrachtwagen loont investeren in elektrische vrachtwagens in de first-mile ook eerder. Dan verdien je uiteindelijk de extra kosten van de stadshub terug.
Ook het 2win double-decker concept (van carrosseriebouwer Burgers) is een oplossing waarmee het volume van zes standaard trailers vervangen wordt en door vier 2win double-decker trailers. Met twee verdiepingen, en door het gebruik van de ruimte tussen de assen, kan de gehele ruimte van deze trailer worden gebruikt om vracht te vervoeren. Transporteur Emons rijdt ermee rond. Het vergt wel aanpassingen bij het laden en ontvangen van de rolcontainer- en palletzendingen.
Meer dan enkel techniek
Ketenomkering gaat stroomopwaarts in ketens leiden tot meer fijnmazigheid, dynamiek en complexiteit. Er is behoefte aan grootschalige, duurzame transportsystemen in de first-mile. Papierloos, te boeken als een taxi, met hoge serviceniveaus. Data spelen de hoofdrol in de communicatie met de stadshubs die de last-mile verzorgen. Capaciteiten worden gedeeld tussen transporteurs of op transportplatforms. Er is dus meer nodig dan de SEC alleen.
Eén reactie
Met de SEC naar de hubs rijden kan alleen als de SEC toch minimaal de bestreken baan heeft van een LZV, want anders moeten de bochten in de wegen naar de hubs behoorlijk ruimer worden.
Of kiezen voor een SEC volgens het principe van TOMAS met drie 7,4 m wisselbakken en een 6,1 m korte oplegger, die de bestreken baan met gemak haalt.