De genoemde maatregelen pakken echter in de ogen van Van Dijk het onderliggende probleem – de grote sociaaleconomische verschillen tussen Oost- en West-Europa – niet aan en maken internationaal ondernemen ‘vrijwel onmogelijk’. “Idealiter is een Europees minimumloon een oplossing, maar in de tussentijd moeten we accepteren dat er op loonkosten geconcurreerd wordt in Europa en ervoor zorgen dat de sociaaleconomische verschillen verkleind worden zonder tussenkomst van een wildgroei aan nationale regelingen.”
In de aanloop naar de handhaving van de Europese detacheringsrichtlijn die 18 juni 2016 omgezet moet zijn in nationale wetgeving, ziet wegvervoersorganisatie Transport & Logistiek Nederland dat veel Europese landen bezig zijn met het voorbereiden van een notificatieplicht voor buitenlandse werknemers. In de praktijk betekent dit dat over een jaar transporteurs in ieder land waar zij actief zijn, zich vooraf moeten aanmelden. TLN moet er niet aan denken dat straks 28 lidstaten om dergelijke documentatie gaan vragen.
Transparante transportmarkt
De kern van het probleem is dat er grote loonverschillen bestaan tussen Oost- en West-Europa. Die verschillen drijven een wig tussen Oost en West en dat probleem is niet via nationale wetgeving op te lossen, zegt TLN. “Daar is vooral economische groei voor nodig en dat kost tijd, heel veel tijd. Ondertussen leiden de verschillen tot een wirwar van maatregelen in Europa, zoals de eerder genoemde notificatieplicht, uiteenlopende vormen van handhaving met betrekking tot de weekendrust en de wet aanpak schijnconstructies.”
TLN geeft met deze oproep een signaal aan Brussel dat wij strijden voor een eerlijke en transparante Europese transportmarkt. “Dit vraagt om Europese regie en coördinatie. Uiteraard beseffen wij dat dit een langdurig proces kan zijn. In de tussentijd willen we vrijstelling van de aangekondigde aanmeldplicht in EU-landen voor Nederlandse transporteurs, aangezien het Nederlandse minimumloon tot de hoogste van Europa behoort.”