In die rol was hij directeur van de fabriek in Zwolle, waar hij uitstekend Nederlands leerde. Zijn hoogtijdagen vormden natuurlijk de jaren aan de top bij Scania. Daar maakte hij van het bedrijf, waar aartsrivaal Volvo altijd met argusogen naar keek, de meest efficiënte truckbouwer van Europa. Geen merk maakte meer winst dan Scania. Dat kwam niet door de V8 motor, maar door modulaire bouw bij cabine, chassis en motorvarianten. Nu produceert iedereen zo.
Na de overname door Volkswagen, dat met een astronomisch bedrag de Wallenberg-familie, die Östling volledig vertrouwde uitkocht, was het voor de nieuwe eigenaar, Ferdinand Piëch, president commissaris bij Volkswagen, een uitgemaakte zaak dat Östling plaats nam in de directie bij Volkswagen, Scania en MAN. Wanneer er iemand begreep hoe je efficiënt trucks moest bouwen, dan was hij dat.
Maar de toen 66-jarige Zweed had al te heldere Scania-logo’s in zijn ogen staan. Zijn bijdrage aan het nieuwe bedrijf, vele malen groter dan Scania, was gering. Toen er dus in 2013 ruzie uitbrak bij Mercedes rond truck topman Andreas Renschler, zond Piëch zijn headhunters op het spoor van Renschler. Via een move van Mercedes naar VW, hoogst ongebruikelijk, zag hij de perfecte wraak op het hem misgunnen van het hoogste stoeltje bij Daimler.
Nog maar nauwelijks een maand was Renschler begonnen of daar kwam Östling met wel hele rare uitspraken. Eigenlijk ongeloofwaardig en niet serieus te nemen. Onderwerp was wederom de vermeende achterstelling van belangen van Scania in de nieuwe groep. Een non-issue, zeker voor Renschler, die probeert om van Volkswagen Nutzfahrzeuge een aparte holding te maken met aparte raad van commissarissen, zoals hij dat gewend was bij Mercedes. Misschien kan Östling van grotere afstand een beetje toezicht houden. Hij lijkt ons niet de man die wil stoppen met werken.