Meest in het oog springende kenmerk van de nieuwe motor is dat deze, net als de inhoudelijk kleinere broertjes, werkt met een dubbele turbo. Ook besteedt MAN veel aandacht aan het koelen van de inlaatlucht. Een commonrailsysteem van de derde generatie kan piekdrukken tot 2.500 bar aan. Toepassing van vermiculair grafietstaal en een kunststof carterpan maken dit blok volgens MAN het lichtste in zijn klasse. Het blok is in elk geval 160 kilo lichter dan de Euro V V8 die MAN tot dusverre gebruikte in het topsegment.
M-3677
Het nieuwe motorblok komt er in drie vermogensvarianten, 520, 560 en 640 pk. Hier horen trekkrachten bij van 2.500 voor de ‘lichtste’ tot 3.000 Newtonmeter voor de sterkste variant. MAN hanteert geen gefixeerde olieservice-interval voor deze motoren, maar een maatstaf is het verversen om de 100.000 kilometer. Afhankelijk van de inzet geeft de MAN zelf aan wanneer olie verversen gewenst is.
Voor de Euro VI motorengeneratie heeft MAN een nieuwe smeeroliespecificatie in het leven geroepen, M-3677. Oliën die aan die specificatie voldoen, zijn van het type Low SAPS en zijn met bijvoorbeeld 5W30 flink aan de dunne kant.
Levensduur
In principe gaat het roetfilter het hele voertuigleven mee, zegt MAN, enkel bij 500.000 km zal het filter uit zijn behuizing gehaald moeten worden en extern gereinigd. Daarna kan het nog eens een half miljoen kilometer mee. De zogenaamde constructieve levensduur van dit nieuwe motorblok ligt op anderhalf miljoen kilometer, evenveel als de levensduur van de bestaande D20 en D26 motorenseries. Dat wil niet zeggen dat met 1.500.000 kilometer de motor op is of gereviseerd zou moeten worden. Ervaringen met genoemde motorenseries leren dat de technische levensduur hier ver over heen gaat, zegt MAN als antwoord op vragen van Aftersales Truck.