Ook exportgerelateerde logistieke diensten zitten in de lift. Dat is mooi natuurlijk, maar omzet is nog geen winst. Gelukkig heeft een plus altijd weer een stimulerende werking. Licht aan het einde van de tunnel. Het transport over de weg, zeker de nationale kilometervreters, zijn nog niet echt uit de problemen.

De druk van klanten blijft hoog en dat heeft prijserosie tot gevolg. Deels wordt dat opgelost door kostenverlagingen. Maar de mogelijkheden worden minder. De discussie omtrent goedkope chauffeurs uit onder andere de Oost-Europese landen zal dan ook nog wel even aanhouden. Zeker de internationaal actieve transportbedrijven zullen blijven ‘investeren’ in landen van waaruit zij hun diensten aan de Nederlandse klanten scherper kunnen offreren.

Kortom, zolang de kostendruk te hoog blijft, stroomt het water (lees de euro) naar het laagste punt. Aan de andere kant is het logisch dat de Nederlandse chauffeur aan de bel blijft trekken voor een level playing field. Die wil zijn baan zeker stellen. Toch is het ook zo, dat diezelfde chauffeur met zijn gezin in Turkije of Griekenland een all inclusive vakantie kan betalen omdat de medewerkers daar veel goedkoper moeten werken om onze welverdiende rust betaalbaar te houden. Hoezo gelijke kansen voor iedereen in Europa? En kijk naar de waren die veel transporteurs in en door ons land vervoeren. Die komen uit de lagelonenlanden die de Nederlandse maakindustrie ook niet bevorderen. Over dat level playing field klaagt geen chauffeur. Mijn beide zwagers, die vrachtwagenchauffeur zijn, beamen dat grif.

Onlangs heeft Minister Ascher bekend gemaakt dat er 30 miljoen euro beschikbaar komt voor een banenplan in de transportsector. Euro’s die onderdeel zijn van een veel groter banenplan van de overheid. Het geld is bestemd voor onder meer scholing, begeleiding van ontslagen werknemers en extra leerwerkplekken voor jongeren. Vijftien miljoen zal echter door de sector zelf moeten worden opgehoest. Nu is iedere euro welkom, maar het blijft een druppel op een steeds gloeiend heter wordende plaat.

Wat we in ons land nodig hebben is in eerste instantie een structureel groter vertrouwen van de consument. Dan volgt economische groei bijna als vanzelf. Als transporteurs zelf in die consumenten durven investeren – werknemers die hun salaris ook in ons land besteden – dan schept dat waardevolle banen en bovenal transportkilometers. En die kilometers gaan weer onderhoudswerk en investeringen in materieel opleveren.

Zolang die echt kwalitatieve groei uitblijft, blijven de discussies rond kostenbeheersing overeind. Dan blijft het gaan om de goedkoopste olie, de goedkoopste band en de goedkoopste chauffeur. De sector heeft een deel van de groei dan ook in eigen hand.

Deel dit artikel op

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Laatste nieuws
Meest bekeken
Recente Reacties